Vogels van het BASDakar-team sluit 1e week af als beste Nederlandse motorrijder
Gepubliceerd: zondag 12 januari 2014 11:21
Salta – Gisteren was het rustdag in Salta in de Dakarrace. Week twee van de zwaarste rally ter wereld zal ook zeker niet eenvoudig worden voor alle resterende deelnemers. Helaas moesten Schijndelaar Sjors van Heertum en BASDakar-teamgenoot Jan van Gerven in de 1e week tijdens de derde etappe van de Dakar 2014 al hun strijd staken. Hun teamgenoot Hans Vogels echter was vrijdag geëindigd als beste Nederlandse motorrijder voor de rust gisteren in Salta. Dat moet Sjors en Jan toch nog enige troost geven. Vandaag [regenachtig weer 25 graden] gaan de motoren en quads van Salta naar Uyuni [Bolivia] en de auto’s en trucks maken een rondje van Salta naar Salta. In Chili moeten er deze week weer zware duinen worden overwonnen en zal het ploeteren worden in het zand. Volgende week zaterdag, op 18 januari, is de finish in Valparaíso. Hieronder vindt u het relaas van Eimbert Timmermans tijdens de rustdag en de ervaringen van Hans Vogels.
Eimbert Timmermans: "Alsof we door een uitlaat zijn gehaald" Aan avonturen en (dus) mooie verhalen bij Eimbert Timmermans geen gebrek. Als snelle service van het team XDakar is hij de man die onderweg de problemen moet oplossen en daardoor maakt hij altijd wat mee. "Aan het eind van de dag zien we er uit alsof we door een uitlaat zijn gehaald, maar een goede douche doet wonderen."
Veel slaap krijgt Timmermans niet tijdens een Dakar en aangezien deze editie een bijzonder zware is, kwam de rustdag, in het Argentijnse Salta dit jaar, voor hem als geroepen. "Verder dan een uur of drie per nacht ben ik in de eerste week niet gekomen", vertelt hij. "Het is mijn zesde Dakar en ik heb toch al een hoop ellende meegemaakt met ’s nachts door de duinen sjouwen en zo, maar ik ervaar dit als de zwaarste Dakar tot nu toe."
Toch heeft Timmermans, tweevoudig wereldkampioen zijspancross, voor zijn doen een vrij rustige Dakar. Hij heeft onderweg de zorg voor de truck van Frits van Eerd en de auto’s van Erik van Loon, Erik Wevers en Bernhard ten Brinke. "Verder stop ik niet meer bij iedereen. Teamorders: ik moet zo dicht mogelijk bij Frits in de buurt blijven. Daardoor rijd ik dit jaar ook best een aardig klassement, al doet dat voor mij niet ter zake. Om kort achter Frits te blijven, moet ik echt wel doorrijden en dat maakt het voor mij ook wel weer anders dan anders. In een heel zware etappe zestiende worden: dat is gewoon leuk. Dat doet de sportman in mij goed."
Verder voorin dan gebruikelijk merkt Timmermans goed hoe hoog het niveau is en hoe hard het werkelijk gaat. "Ik rijd veel harder dan vorige jaren, maar ik kom niet verder dan top 20. Het verwondert me ook niet hoor. Ik hoor er zo veel roepen dat ze top 10 willen rijden, maar met vijf Kamazzen, wat auto’s van De Rooy, een paar VeKa’s en Loprais is het daar ver vol. Er passen er niet meer in dan tien hè."
Over de trucks die hij zelf bouwde – die van Frits van Eerd en van hemzelf – is Timmermans tevreden. De dingen die stuk zijn gegaan de afgelopen week, gingen stuk door eigen schuld. "En een beetje pech. Maar ook de pech lag meer aan de chauffeur en de omstandigheden dan aan de auto. Frits heeft pech gehad met lekke banden, maar hij is ook wel een beetje te wild geweest. Banden kapot, velgen kapot, de hele vooras 10 centimeter naar achter gereden… We repareren het dan wel weer, daar zijn we voor. Maar het was niet nodig geweest."
Zelf had Timmermans alleen in de tweede etappe een akkefietje dat veel tijd kostte. Door een storing in het elektrische circuit kon hij 113 kilometer lang niet harder dan 30 kilometer per uur rijden. De bezemwagen zat hem al op de hielen. "En dan zit je na te denken en na te denken en mijn monteur Nick Verhoeven en ik hadden op hetzelfde moment hetzelfde idee. We hebben de connector van de kilometerteller los gegooid en de auto liep weer als de brandweer. De volgende dag moest ik dan wel ver naar achter starten en proberen zo snel mogelijk weer in de buurt van Frits te komen.
Hoewel hij niet meer voor iedereen stopt en niet meer overal helpt, had Timmermans zijn handen vol. Steekasje afleveren bij Erik Wevers, Bernhard ten Brinke weer op weg helpen, Wevers naar de finish slepen, een gat in het carter provisorisch dicht maken en 100 liter motorolie bij elkaar bietsen voor Frits van Eerd. "En dan kom je toch weer laat aan in het bivak, waar ik het dan ook niet kan laten om mee te helpen de auto’s weer in orde te maken. Slapen komt er dan niet van, dus ik ben wel blij met de rustdag."
Hans Vogels [BASDakar-team] beste Nederlandse motorrijder In de laatste etappe voor de rustdag was voor endurospecialist Hans Vogels vandaag de beste Nederlandse motorrijder, op de 21ste plaats. De rit over 400 kilometer van Tucuman naar Salta was de BAS Dakar-rijder op het lijf geschreven. Vogels sluit de eerste week van zijn Dakardebuut af op een keurige 25ste plaats in het klassement. Met een tevreden gevoel keek Vogels terug op zijn eerste Dakarweek. Hij kwam zichzelf keihard tegen, maar overwon de tegenslagen en hield het hoofd koel. `Na de marathonetappe, waarin ik ontzettend heb lopen worstelen, dacht ik dat ik te veel tijd was verloren. Nu zijn we een paar dagen verder en blijkt het allemaal wel mee te vallen. Ik ben rustig gebleven, heb mijn eigen ding gedaan en ben tevreden met het resultaat tot nu toe. Gewoon regelmatig rijden en dan komen de resultaten vanzelf. Het eerste doel is bereikt: de rustdag halen. En die rustdag hebben we nu eenmaal, dus ik ga er gebruik van maken." Overlijden Belgische motorijder De tevredenheid werd overschaduwd door het bericht dat de Belgische motorrijder Eric Palante door de bezemwagen dood werd aangetroffen op de proef van de vijfde etappe. Vogels was diep onder de indruk van dat nieuws. "Heel triest. We weten allemaal dat het een risicovolle sport is en dat dit erbij hoort, maar het blijft hard aankomen. Ik trek me dat soort dingen serieus aan. Elke dag kom ik wel langs ongelukken waardoor ik extra voorzichtig ben. Vandaag zag ik ook weer twee motorrijders in een ravijn liggen. Ik kan daar zo slecht tegen, dat ik daarna bijna geen bocht meer door kom. Ik heb mezelf goed in mijn oren geknoopt: niet harder rijden dan ik kan kijken."