
Ik was gisteren even bij de Action om wat te kopen, en terwijl ik in de rij op mijn beurt stond te wachten, zag ik het beurtbalkje liggen in de goot langs de kassaband. Ineens bedacht ik me: ‘hoe vaak wordt dat balkje schoon gemaakt?’ Thuis waste ik routinematig mijn handen en betrapte me erop dat het beurtbalkje me nog steeds bezighield. Corona beheerst wel heel erg mijn gedachten...
Inderdaad, samen moeten we het kunnen. Dat zegt de regering al sinds maart, toen de eerste contouren van het coronaspook opdook. En het leek ook goed te gaan. Zelfs zo goed dat we weer met vakantie konden, eerst in eigen land en later ook elders. Restaurants, cafés en theaters gingen open. De kappers mochten weer met de handen aan ons haar zitten. De zon scheen, de vogeltjes floten en alles leek weer goed te gaan.
Dè trending hashtag op Twitter is #corona. Ik hoef – denk ik – niet uit te leggen wat een hashtag is en wat ermee wordt bedoeld. We zijn nu bijna twee weken bezig met de serie strengere maatregelen die het kabinet heeft afgekondigd. Dit weekend moeten de infectiecijfers en het aantal ziekenhuisopnames gaan dalen, anders gaat het kabinet ons dinsdagavond om 1900 uur weer strengere maatregelen opleggen.
We zijn er lang voor gewaarschuwd: ‘we willen geen tweede coronagolf, dus houd je aan de afspraken: anderhalve meter afstand, blijf thuis bij klachten, vermijd drukte, was je handen’. Het leek zo eenvoudig, toch?! Het lijkt voor sommigen al een eeuwigheid, maar feitelijk is de datum van de eerste officiële besmetting in Nederland 27 februari. Tien dagen later (9 maart) kondigde premier Rutte de eerste hygiëne maatregelen aan.
Schijndel - Terwijl half Nederland op vakantie is, kwam de persconferentie gisteravond van Rutte en de Jonge over de stand van zaken rond de strijd tegen het coronavirus niet echt als een verrassing. Ook ik zat – niet verbaasd overigens - het verhaal aan te horen. Ik kon me wel iets bedenken bij de manier waarop we als samenleving na ruim vier maanden de anderhalvemetersamenleving op onze eigen wijze zijn gaan interpreteren. Het lijkt erop of we een vinger te hebben gekregen en vervolgens de hele hand hebben gepakt.
Dat is de vraag die ik elke keer bij de kassa mag beantwoorden bij mijn favoriete supermarkt. “Geen koopzegels, maar gratis zegels wel” is mijn steevaste antwoord. En met die gratis zegels spaar ik dan voor Fabeltjeskrantfiguren, handdoeken, messen of iets anders. Ik spaar ze omdat ik ze gratis krijg en er zit ook wel een soort spannend element in: haal ik het wel om voldoende zegels te sparen voor het mes waar ik mijn oog op heb laten vallen?
Huidhonger: zou dat het nieuwe woord van het jaar worden bij de verkiezing die wordt georganiseerd door uitgeverij van Dale? Ik denk dat ongetwijfeld een van de woorden in aanmerking zal komen die verband houden met het coronavirus. Want daar hebben wij met zijn allen de mond van vol, en het beheerst eigenlijk op het ogenblik ons hele leven, toch?!
Ook ik kom er – met mijn twee linkerhanden - niet onderuit om wat achterstallig onderhoud te doen in huis. Zo laat ik binnenkort in de achtertuin een overkapping bouwen, en daarvoor moest de elektriciteitsbedrading van het oude tuinhuisje worden afgesloten. Nu heb ik van alles in huis: spijkers, schroeven, boormachines, draadbeugels, schroevendraaiers, pluggen, en zo kan ik nog wel een halve pagina doorgaan. Alleen: geen kroonsteentjes.
"We maken een dashboard”. Premier Rutte kwam al eerder vorige week met dit lumineuze idee om de vinger aan de pols te houden rond het verloop van de besmetting met het coronavirus. Hij noemde verschillende zaken op die in het dashboard komen te staan en daar worden dan weer de adviezen van het Outbreak Management Team aan getoetst, en kan de regering besluiten nemen om de intelligente lockdown te versoepelen.
Toen ik gisteren naar mijn snel binnenkomende mailtjes keek, bekroop me het gevoel: het was toch eigenlijk wel lekker rustig, toen een mailstoring mij twee dagen zonder berichten liet doorkomen. Aan de ene kant een apart gevoel: dat geluidje van een binnenkomende mail miste ik. Maar, toen de mails weer binnen kwamen, dacht ik bij mezelf: wil ik dit nog wel: die druk van mailverkeer, en dingen moeten doen!
“We voetballen weer!” Of liever gezegd: “Wir spielen wieder Fußball!“ De Duitse voetbalcompetitie wordt afgemaakt. Sinds 13 maart werd er - behalve in Wit-Rusland - niet meer in competitieverband gevoetbald op de Europese velden. Afgelopen zaterdag waren de eerste Bundesliga-wedstrijden te zien op televisie. Lege tribunes, mondmaskers bij de wisselspelers, beschaafd juichen bij doelpunten. Ik kan best genieten van het voetbalspelletje, zeker als het om bijvoorbeeld een Europees of wereldkampioenschap gaat. Het maakt mij dan ook niet uit of het mannen- of vrouwenvoetbal is. Het is sport, en dat is meestal leuk om naar te kijken.
Ik ga het even niet snappen. Deze handschoen vond ik gisterochtend op de parkeerplaats van de supermarkt. Ongeveer 10 meter van de afvalbak vandaan. Welke moeite is het nou om die handschoen weg te gooien in die afvalbak? En nee, ik weet niet wat er met die handschoen is gebeurd, dus ik gooi hem ook niet in die bak zonder zelf een handschoen aan te trekken. En die heb ik meestal niet bij me…
Ik kan er in ieder geval niet mee omgaan. Alhoewel het mij wel leuk lijkt om zelf dingen te maken. Ja, een knoop aan mijn broek zetten, dat lukt wel. Sokken stoppen, daar was ik vroeger ook nog goed in. Maar daar blijft het dan ook wel bij. Vandaag de dag is het ouderwetse handwerk in het naaiatelier zeer gewenst. Vanaf 1 juni moet je in het openbaar vervoer (bus, tram, trein, metro, veerpont) een schoon mondkapje dragen per enkele reis. Dus voor een retourtje: twee mondkapjes.
Vast en zeker! Hoor ik sommigen zeggen. Anderen zeggen weer: hoezo, iets goeds? Zo’n verschrikkelijk virus, dat honderdduizenden doden heeft veroorzaakt? Zo’n virus, dat zorgt voor een ongekende recessie in onze economie? Echt niets goeds! Ook ik worstel met die vraag. Maar ik denk toch dat de crisis ons veel heeft opgeleverd.
Hoe lang je ergens mee door gaat, hangt van veel factoren af. Maar een ding weet ik zeker: de kappers kunnen de komende dagen wel doorgaan tot vanavond 23 uur, zoveel klanten willen graag dat hun Coronakapsel wordt aangepast naar hun pre-corona uiterlijk. Hetzelfde geldt voor andere contactberoepen.
In de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw waren de drie R-en rust, reinheid en regelmaat de basisregels voor de opvoeding en de samenleving. “Wie is er toen niet mee opgevoed?” En laten we eerlijk zijn, volgens onze ouders werkte het: op tijd naar bed, elke avond een verhaaltje voor het slapen gaan, elke dag op dezelfde tijd eten. Je wist waar je aan toe was als kind en wat je plekje was binnen het gezin. Ook de rolverdeling was duidelijk. Vader werkte, moeder was thuis als je uit school kwam en er stond een kopje thee klaar voor je (met of zonder koekje). En je luisterde naar wat je ouders zeiden. Zij bepaalden wat er gebeurde, jouw ideeën waren niet belangrijk. En tegenspraak werd niet geduld.
Nu we zeker tot maandag nog op elkaars lip zitten in huis, worden de kleine ergernissen soms grote irritaties. We kennen ze allemaal: de WC-bril staat omhoog, de nieuwe rol toiletpapier hangt op de verkeerde manier op de houder, laden staan open, licht is aan gelaten in een lege kamer, en natuurlijk: het dopje op de tandpastatube ligt er weer eens naast. En omdat je niet zomaar even het huis uit kunt door dat COVID-19 virus, kan het al snel een groot probleem worden.
Iedereen was blij afgelopen woensdag, toen de versoepeling van de coronavirusbestrijdende maatregelen werd aangekondigd en we een tijdschema kregen waarin de planning van die versoepeling stond vermeld. Bij kappers werd de champagne opengetrokken, en daar wordt nu met man en macht gewerkt om ervoor te zorgen dat maandag ook daadwerkelijk de eerste ambachtelijke schaar in de overdadig gegroeide haardossen kan worden gezet.
Ik heb gisteravond naar de persconferentie op TV gekeken van premier Rutte en minister de Jonge, en ik kan het niet helpen, maar de evergreen van Mieke Telkamp ‘Waarheen, waarvoor’ schoot door mijn hoofd, toen Rutte het had over de routekaart op weg naar… Ja, naar wat eigenlijk? Het nieuwe normaal?! Niet voor niks is de eerste regel van Telkamps’ hit uit 1971: “Waarheen leidt de weg die wij moeten gaan?”
We vieren vandaag 75 jaar vrijheid, maar wel in een intelligente lockdown. We moeten zoveel mogelijk thuisblijven. We houden minstens anderhalve meter afstand van elkaar, we houden rekening met elkaar. Ik ben gewend om het uitbundiger te vieren: muziek, eten en drinken, gezellig onder elkaar met vrienden. Een festival bezoeken.
Het blijven rare tijden. Of – zoals juf Ank uit de Luizenmoeder zou zeggen – het zijn bijzondere tijden. Vandaag herdenken wij allen – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties.
Het was gisteren 1 mei, de internationale Dag van de Arbeid. In het geheugen van velen is deze dag afkomstig uit de socialistische en communistische kringen, maar dat komt vooral omdat politieke partijen deze dag in Nederland vieren. In vele buitenlanden is het een nationale feestdag, in Nederland niet. 1 mei is een van de feestdagen waarvan de oorsprong wat onduidelijk is. Kerstmis en Pasen bijvoorbeeld vinden hun oorsprong in de kerk.
Ik heb veel reacties gelezen op mijn blog van twee dagen geleden: #Doeslief. Veel positieve reacties maar vooral ook veel verwijtende woorden aan diverse categorieën weggebruikers, zoals senioren, sportende mensen, wielrenners. Sommige reacties zijn ook weer weggehaald door degenen die hem geschreven hebben.
“Teun, jij schrijft nogal eens over de anderhalvemetersamenleving en het afstand houden met fietsen. Nou heb ik met mijn vriendin een discussie over het passeren op het fietspad. Zij denkt dat als een fietspad 2 meter breed is, dat je dan op anderhalve meter kan passeren. Ik denk van niet. Wat vind jij?”